Werkgevers kunnen een tegemoetkoming krijgen voor het in dienst nemen of houden van oudere werknemers en/of werknemers met een arbeidsbeperking.
Per 1 januari jl. vervang het zogenaamde “loonkostenvoordeel(LKV)”, onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) de premiekortingen die hiervoor golden.
Het loonkostenvoordeel (LKV) is een jaarlijkse tegemoetkoming waarvoor werkgevers een kopie van de doelgroepverklaring LKV van de werknemer nodig heeft. Voor de overgang van de premiekorting oudere werknemer en de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer naar het loonkostenvoordeel geldt een overgangsregeling:
- Over het laatste aangiftetijdvak van 2017 geeft u aan dat u een premiekorting voor een werknemer toepast en vult u het bedrag van de premiekorting in;
- In de aangiften over 2018 meldt u dat u het LKV voor deze werknemer aan wilt vragen.
U kunt tot uiterlijk 1 mei a.s. een zogenaamd correctiebericht naar de Belastingdienst sturen mocht u een van bovenstaande stappen vergeten zijn.
Ook “Premiekorting jongere werknemer” vervangen
Per 1 januari jl. is ook de premiekorting jongere werknemer vervallen; de nieuwe regeling voor jongeren van 18 tot en met 21 jaar is de zogenaamde jeugd-LIV; het Lage-inkomens voordeel. Deze regeling compenseert werkgevers voor het gestegen minimumjeugdloon. Ook voor werknemers van 22 jaar is een tegemoetkoming via het LIV beschikbaar omdat zij vanaf 1 juli 2017 recht hebben op 100% van het minimumloon. Maximaal kan het LIV oplopen tot €2.000 per werknemer per jaar hetgeen afhankelijk is van het aantal contracturen inclusief overuren (verloonde uren) en het gemiddelde uurloon (jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren). De Belastingdienst keert na afloop van het kalenderjaar het LIV uit.