Slechts 1 procent van alle kleding is gerecycled en is meestal gemaakt van restmateriaal uit de brei- en weeffabrieken. Dit is feitelijk nieuw materiaal: nog niet gedragen, maar wel nog goed te gebruiken. Voor producenten interessant, want het kan op materiaal en kleur aangekocht worden en het is goedkoper. Daardoor is minder nieuwe stof nodig. De snijresten worden vaak aangeboden als duurzaam en circulair ‘pre-consumer’ materiaal.
Volgens Ellen Mensink – oprichter van circulair modemerk Loop-a –life – is dat geen circulaire mode. Circulair is mode door het verwerken van afgedankte, niet herbruikbare kleding die door de consument gedragen is. Mensink is oprichter van Brightfiber Textiles, de nieuwe grondstoffen fabriek waarmee ze circulaire stoffen en garens maakt uit oude, gedragen kleding. Ze legt uit dat afgedankte kleding nu meestal gebruikt wordt voor nieuwe laagwaardige garens en eindproducten, zoals verhuisdekens. Bovendien wordt de afgedankte kleding aan de andere kant van de wereld gesorteerd en verwerkt, vaak op een niet-duurzame manier en met gebruik van kinderarbeid. Dat is allesbehalve duurzaam.
Mensink: “Duurzaam en echt circulair is nieuwe kleding gemaakt op een manier die goed is voor de planeet en bestaat uit afgedankte, gedragen kleding: ‘Post-consumer’ materiaal. We kunnen daarmee de toenemende afvalberg van kleding verkleinen. Bovendien wordt die kleding dan niet verbrandt.”
